Het nieuws van de dag is dat er bezuinigd moeten worden. We geven met elkaar meer uit dan er binnenkomt. De grote vraag is of we eerst onze financiën op peil moeten krijgen door verder te bezuinigen of dat we de economie een handje moeten helpen door te investeren en de bezuinigingen een beetje uit te smeren. Binnen de kerk staan we ook voor dit soort uitdagingen. Er is in de afgelopen jaren teveel uitgegeven. Hoe krijgen we het huishoudboekje van de kerk weer op orde? Het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten heeft ervoor gekozen om naast bezuinigingen in de uitgaven, ook de focus te leggen op de inkomstenkant door middel van aandacht voor rentmeesterschap.
De laatste tijd hoor ik leden van de kerk steeds vaker over het “betalen” van tienden. Ook in de kerk worden steeds meer bedrijfsmatige methoden en benaderingen toegepast en je krijgt haast de indruk dat ook de tienden op die manier door velen beschouwd wordt. Het betalen van tienden is een nakoming van onze verplichting aan de kerk. We zien echter ook een terugloop in tienden over de afgelopen jaren, terwijl er een toename is van het aantal leden. Natuurlijk zal de economische crisis waarin wij zitten, een grote rol spelen. Maar ik kan me toch niet helemaal onttrekken van het idee dat onze houding ten opzichte van tienden is veranderd. Daarom spreken we vaak van tienden “betalen” in plaats van tienden “geven.”
Ik ben tijdelijk verantwoordelijk voor de gemeente Huizen. Deze gemeente bestaat voor het overgrote deel uit Indische Nederlanders. Vorig jaar is het bestuur van de gemeente Huizen eens kritisch gaan kijken naar het geven van tienden in hun gemeente. Ze hebben besloten om meer aandacht te geven aan dit belangrijke onderwerp. Veel leden geven hun tienden contant in de bekende tiendenzakjes. In Huizen geeft men op één sabbat in de maand aandacht aan dit onderwerp . Op deze sabbat worden de tiendenzakjes door middel van een collecte opgehaald. Door dit een plaats te geven in de eredienst worden de leden veel meer bepaald bij het geven van tienden. Het resultaat is dat per kwartaal het totaal gegeven bedrag duidelijk omhoog gegaan is. Veel van onze leden in Nederland geven hun tienden via een automatische afschrijving van de bank. Daar zijn we misschien wel het gevoel van het teruggeven aan God, mee kwijtgeraakt. We staan er immers helemaal niet eens meer bij stil, alleen misschien aan het begin van het jaar wanneer we onze automatische afschrijvingen moeten aanpassen.
Iemand vertrouwde mij laatst toe dat hij bemerkte dat in deze periode van economische crisis steeds meer leden bezuinigen op het betalen van tienden. Voor hem was dat de omgekeerde wereld. Hij gaf aan dat hij nog steeds gelooft dat als wij trouw zijn aan God, Hij ook ons trouw zal zijn en ons leven zal zegenen. Door te bezuinigen op het geven van tienden benader je het probleem van de verkeerde kant. Eerst God en de rest zal zeker gegeven worden, want Hij zorgt voor ons.
Ik denk dat hij een belangrijk punt heeft. Wij betalen geen tienden om aan onze kerkelijke verplichtingen te voldoen, maar wij geven aan God terug omdat Hij ons alles geschonken heeft. Dat is een Bijbels benadering. Tienden geven is een houding die onze relatie met God weerspiegelt. Niet meer en niet minder. Daar mogen we niet op bezuinigen!
Rob de Raad is predikant van Apeldoorn en Meppel, daarnaast is hij districtsvoorzitter van Midden Nederland.
Comments (1)
Cambungo, I. - juli 4, 2013
Ik vind het ontzettend goed dat er aandacht aan dit onderwerp wordt geschonken. Ik ben buitenlander en in het buitenland komt dit regelmatig voor en daarom, ondanks de armoede in sommige landen/gebieden, geven kerkleden toch altijd de tienden. Binnen de zevende-dags adventistkerk, in Nederland, wordt het onderwerp `tienden geven` vaak voorzichtig benaderd, maar dat hoeft niet want dit hoort bij ons geloof. Bij andere kerkgemeenschappen praten dominees regelmatig en vrij over de tienden met hun kerkleden.
Als je in God gelooft geloof je ook dat Hij je in alle behoeften kan voorzien en daarom juist ga je niet bezuinigen om zijn deel te geven. “Vinden jullie dat een mens God mag bestelen? Toch bestelen jullie mij, en zeggen dan: ‘Hoezo bestelen we u?’ Door de tienden en de heffingen achter te houden!”(Maleachi 3:8)”. Eigenlijk horen wij het niet eens te zeggen dat we de tienden geven. Alles is van God, alles werd door Hem gemaakt. God laat ons van alles profiteren en Hij vraagt ons dus Zijn deel terug te geven. Hiermee wordt ons geloof op de proef gesteld.
Van kleins af aan heb ik geleerd om de tienden te geven en dat heb ik altijd toegepast uit liefde voor Hem, zelfs met studiefinanciering. Je krijgt er veel zegeningen voor terug. “Stel mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen.” (Maleachi 3:10). Ik geef toe dat ik wel eens in mijn leven vergat de tienden terug te geven, maar ik maakte daar geen gewoonte van.
Hij zorgt voor mij, Hij zorgt voor ons allemaal. “Laat ieder zoveel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft” (2 Korintiërs 9:7).We hoeven niet te vrezen dat we niets overhouden als we nog de tienden teruggeven. God kent al onze noden en Hij zal ons nooit in de teek laten.
Dit wil ik graag met mijn broeders delen.